Vrijheid verteld: Het verhaal van Jan van der Kamp

In aanloop naar de herdenking op 4 mei publiceert het 4 en 5 mei comité van de gemeente Ommen een reeks persoonlijke verhalen, passend bij het thema van dit jaar: “80 jaar vrijheid”. Ook dit jaar heeft het comité met dankbaarheid gesprekken mogen voeren met inwoners die het dagelijkse leven tijdens de Tweede Wereldoorlog van dichtbij hebben meegemaakt. Hun herinneringen zijn vastgelegd om door te geven aan volgende generaties – omdat vrijheid niet vanzelfsprekend is.
Het verhaal van Jan van der Kamp
“Ik was wel klein, maar ik herinner me nog veel.”
Ik ben geboren op een boerderij in het buitengebied van Dalfsen. Het adres was G 27, later omgedoopt in De Bese, en daar woon ik nu nog steeds, alhoewel niet op precies dezelfde plek.
Ons gezin bestond uit vader, moeder en één zus die zes jaar ouder was dan ik. Mijn vader had een gemengd bedrijf. We hadden 25 koeien en daarnaast werden er aardappelen, bieten en graan verbouwd.
Er waren in die tijd niet de machines zoals die er nu zijn. Het moest allemaal met de hand gebeuren. Daarom hadden we een knecht en een meid die bij ons inwoonden. Daarnaast werd er op sommige tijden extra hulp ingehuurd.
De oorlogsjaren
Ik was drie jaar toen de oorlog uitbrak en acht toen de oorlog voorbij was. Wat ik me goed herinner, zijn de enorme aantallen vliegtuigen die overvlogen tegen een blauwe lucht. Dan dreunde de aarde. Wij zeiden dan: “Dat zijn de Tommies.” Ik kreeg er in de oorlog twee zusjes bij. Twee meisjes van ongeveer twaalf jaar. De ene kwam uit Rotterdam en de andere uit Bilthoven. Ze kwamen, omdat er in hun woonplaatsen haast niets meer te eten was. En ze zouden uiteindelijk vier jaar bij ons blijven. Na de oorlog was er nog lang contact met het meisje uit Bilthoven. Deze meisjes waren niet de enigen die de boerderij wisten te vinden. Jan laat een wandbordje zien dat door Gerbrand Bieringa is gemaakt. Gerbrand was politieagent in Zwolle en kwam naar onze boerderij, omdat er in Zwolle ook weinig te eten was.

“Geen Zwarte Piet, doch redders in de nood. Zij hielpen menigeen aan boter, spek en brood. Uit dankbaarheid 1940–1945.”
Langs de Hessenweg werden loopgraven en zogenaamde schuilputten gegraven. In Oudleusen werd een bunker gemaakt waarin de mensen konden schuilen. Vanaf de Mataram werden V2’s gelanceerd. Die bereikten niet altijd het beoogde doel. Het gebeurde een enkele keer dat ze dichtbij neerstortten.
Momenten van angst
In het Zwartewater bij Zwolle werd een kruitschip door een Engelse bom geraakt. Jan zegt gehoord te hebben dat de vissen door de ontploffing uit het water door de lucht vlogen. Bij hen thuis sprongen alle ruiten eruit. Dat heeft hij heel angstig gevonden.
De Duitsers zochten niet alleen naar onderduikers, maar ook namen ze boerenknechten mee om voor hen te werken. Op een dag waren de Duitsers op de boerderij en ze zochten de knecht. Mijn vader zei maar steeds: “Er is geen knecht, we hebben geen knecht.” In werkelijkheid zat de knecht in een kuil waarin de aardappels werden bewaard. Een Duitser richtte zijn geweer op mijn vader en wilde hem doodschieten. Jan vertelt dat hij vreselijk bang was en heel hard begon te huilen, waarna de Duitser uiteindelijk wegging. Er was nog een ander moment waarop Jan heel erg bang was. Hij was onderweg naar huis toen er geschoten werd. Hij is kruipend achter de heg thuisgekomen terwijl de kogels hem om de oren vlogen.
De oorlogswinters waren erg koud, met name die van 1944–1945. Alles bevroor, ook het water voor de koeien. De arme mensen uit het westen, die op hongertocht waren, hadden het verschrikkelijk koud. Gelukkig kwam ons gezin de oorlog goed door. Dit in tegenstelling tot mijn neef van de Kamperzeedijk, Gerrit van Heerde, die opgepakt werd vanwege deelname aan de “meistaking”. Hij is helaas nooit teruggekomen.
Toelichting: Op het platteland was de meest voorkomende vorm van protest het niet aanleveren van melk aan de melkfabrieken, waardoor de ‘export’ naar Duitsland ernstig bemoeilijkt werd. Die melk werd op de Kamperzeedijk wel heel duur betaald. Het verlies van vier jonge mannen staat nog steeds diep in het geheugen gegrift van de Kamperzeedijkers.
De bevrijding
Toen de Canadezen eenmaal arriveerden, rookten ze overal de laatste Duitsers uit. Zeker vijf boerderijen om ons heen zijn in brand geschoten, ook de boerderij van de buren. Hij herinnert zich dat de buurvrouw met een heleboel kleren over de arm naar hun huis kwam rennen, met in haar kielzog de hond, die een verbrande staart had. Jan vergeet nooit de smaak van het Zweedse wittebrood. Nu, 80 jaar later, heeft hij nog een brede glimlach op zijn gezicht als hij hierover vertelt. Het rook ook zoooo lekker!
Jans hobby
25 jaar geleden is Jan begonnen met wandelen. Hij liep 15 keer de Vierdaagse van Nijmegen, 14 keer de Vierdaagse van Apeldoorn en zes keer de Elfstedentocht. Daarnaast liep hij langeafstandsmarsen tot wel 125 km. Hij heeft in totaal meer dan 100.000 km lopend afgelegd!
Daarnaast is het zijn hobby om kaarten te sturen.
Tekst door: Hans van Bruggen & Klazien Wienen